De gevaren waaraan Nederland bloot staat als het gaat om aanvallen via internet of misdaad met computers moeten nog beter in kaart worden gebracht.

Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) heeft al een strategie voor ''cyber security'' opgesteld, maar zou eerst op een rijtje moeten zetten hoe kwetsbaar Nederland is. Dat hield de Tweede Kamer de minister woensdag voor tijdens een overleg over nationale veiligheid. Zolang niet duidelijk is wat er op Nederland afkomt, is het moeilijk om de juiste maatregelen te nemen.

Het risico bestaat dan dat de vrijheid op internet er bij inschiet. ''Het zet de deur wagenwijd open voor ongebreidelde overheidscontrole van internet'', zei D66-Kamerlid Gerard Schouw. Opstelten komt binnenkort met een overzicht van digitale dreigingen, beloofde hij de Kamer. Voor het einde van het jaar zal hij dan aangeven wat de juridische kaders zijn waarbinnen hij naar oplossingen wil zoeken en wat daarbij de knelpunten zijn.

Werk in uitvoering Hij erkende dat zijn aanpak van digitale veiligheid nog 'werk in uitvoering' betreft. ''We zijn nog zoekende." Wel wees hij erop dat de Kamer zelf om een strategie gevraagd had. Opstelten kondigde eerder aan dat de politie meer werk gaat maken van de aanpak van criminelen die met de computer hun slag willen slaan.

Er komt een Nationaal Cyber Security Centrum waarin kennis over veiligheid op ICT-gebied bijeen wordt gebracht. Het centrum moet trendrapportages opstellen, incidenten afhandelen en helpen met besluitvorming, als er zich een crisissituatie voordoet.

Zorgen De Kamer maakt zich zorgen over plannen van het ministerie van Defensie om zich te weer te stellen tegen cyberaanvallen. Opstelten en zijn collega op Defensie, Hans Hillen, zouden elkaar dan voor de voeten kunnen gaan lopen, maar daar is volgens Opstelten geen sprake van. Elke minister heeft zijn eigen verantwoordelijkheid, maar Opstelten is de bewindspersoon die de samenhang in de gaten houdt.