Isp's hebben afgesproken vanaf 2013 realistische internetsnelheden in plaats van theoretische maxima te melden als klanten een abonnement afsluiten. Ze gaan zich baseren op onderzoek van TNO naar de snelheden die consumenten echt hebben.

De afspraken gelden voor vaste aansluitingen, hoewel Vodafone ook al is begonnen met het melden van realistische snelheden voor mobiele abonnementen. Isp's kunnen zowel een exact getal als een vage aanduiding gebruiken, zoals 'tussen 20 en 30Mbps'. Dat schrijft minister Verhagen van Economische Zaken aan de Tweede Kamer. Daarbij gaan de providers zich baseren op een inventarisatie van onderzoeksbureau TNO. Die inventarisatie nam factoren mee als de aansluiting in huis, het tijdstip van de dag en het netwerk van de provider. 

De providers hebben de afspraken vastgelegd in een gedragscode, die vanaf 1 januari 2013 gaat gelden. De providers die meedoen zijn KPN, Ziggo, UPC, Tele2, Solcon, CaiW, Concepts, Vodafone en T-Mobile. Kleinere kabelaars zijn vertegenwoordigd door koepelorganisatie NLKabel.

De isp's zijn vooralsnog niet door middel van een wet aan de afspraken gebonden; minister Verhagen wil geen nationale wetten maken, omdat verantwoordelijk Eurocommissaris Kroes ook bezig is met Europese regels op dit gebied. Die moeten ergens in de komende jaren ingaan. 

Verhagen heeft ook met mobiele providers afgesproken dat ze een sms gaan sturen als mensen de limiet van hun databundel dreigen te bereiken. Die afspraak is meer een formalisering van wat er al is; alle betrokken providers doen dat namelijk al bij nieuwe abonnementen. Ook zullen gebruikers hun dataverbruik in de gaten kunnen houden via webdiensten van de provider.