Het flexibel gebruiken van het Nederlandse elektriciteitsnetwerk moet aantrekkelijker worden met een nieuw pakket maatregelen dat werd gepresenteerd door de Autoriteit Consument & Markt. Daarmee hoopt de toezichthouder netcongestie te verminderen.

 Het Nederlandse elektriciteitsnet raakt steeds voller, waardoor de wachtrij voor toegang tot het net toeneemt. Tot nu toe werd gewerkt met een first come, first serve-beleid, wat niet altijd goed uitpakt. De ACM start daarom met een prioriteringskader, waarmee netbeheerders voorrang kunnen geven aan projecten die van maatschappelijke waarde zijn. Onder meer congestieverzachters, zoals batterijsystemen waarmee meer capaciteit vrijkomt voor andere gebruikers, krijgen nu prioriteit. Daarnaast wordt voorrang gegeven aan organisaties op veiligheidsgebied, zoals defensie, politie en acute gezondheidszorg. In de derde categorie wordt toegezien op basisbehoeften, zoals drinkwater en onderwijs.

Om de problemen verder te verhelpen, zet de ACM in op de flexibilisering van het gebruik van het net. De problemen doen zich namelijk vooral op piekmomenten voor. Tussen 6 en 9 uur, en tussen 16 en 20 uur is er te veel aanbod van of vraag naar stroom, maar daarbuiten is nog wel ruimte. Om het verbruik meer te spreiden, wordt grootverbruikers een vergoeding tot vijftig procent van hun netkosten geboden als ze het elektriciteitsnet tijdens de spits minder gebruiken. Daardoor ontstaat ruimte voor andere bedrijven, die anders te lang moeten wachten op capaciteit.

Ook scherpt de ACM de regels voor congestiemanagement aan, zodat er in gebieden met te veel productie toch zon- en windparken aangesloten kunnen worden. Dat betekent dat de netbeheerder grote bedrijven kan verplichten om flexibiliteit aan te bieden, tegen vergoeding. "Met de introductie van een deelnameplicht komt er meer flexibiliteit beschikbaar en komt er meer ruimte voor nieuwe aansluitingen", aldus de ACM.

Netbeheerders en netgebruikers gaan verder afspraken maken over de aansluittermijnen voor grote bedrijven. Netbeheerders gaan ook strenger controleren of bedrijven de capaciteit gebruiken die ze gecontracteerd hebben. Is dat niet het geval of is de capaciteit niet langer nodig, dan kan de netbeheerder het contract inperken. Op die manier komt er capaciteit vrij voor anderen. Netbeheerders en gebruikers krijgen ook ruimte om te experimenteren met een efficiƫnter gebruik van de capaciteit van het stroomnet.