Het voorstel om in de Telecomwet een 'breedbandrecht' op te nemen is gisteren gesneuveld in de Tweede Kamer. Een meerderheid ziet geen heil in het plan om een minimale internetsnelheid in te voeren en die de komende vijf jaar elk jaar op te hogen. 

100 Mbps Die snelheid moest in 2015 uitkomen op een internetverbinding van 100 Mbps (Megabit per seconde) voor elke Nederlander, ook in dunbevolkte gebieden. Bovendien zou dat dan tegen een gereguleerd tarief zijn, zodat het ook echt bereikbaar is voor alle burgers. De kosten die telecombedrijven moeten maken voor de aanleg van de benodigde netwerken en aansluitingen zouden gedeeld worden via een speciaal fonds voor deze 'Universele Dienst'.

Dit amendement werd ingediend door Kamerlid Martijn van Dam (PvdA), die het wettelijk vastgestelde recht op een telefoonverbinding wil uitbreiden om ook een internetaansluiting te omvatten. Hij verweest naar landen als Finland, Zweden en Spanje waar een dergelijk internetrecht al gepland is. In Finland moet 100 Mbps in 2015 gerealiseerd zijn, in Zweden pas tegen 2020.

Stemfout De Tweede Kamer heeft gisteren gestemd over de vele verschillende amendementen behandeld voor de wijziging van de Telecommunicatiewet. Dat omvatte onder meer hete hangijzers als strengere cookieregels en verplichte netneutraliteit.